Codibel - OVSG Leerplan

LEERPLAN

opgemaakt door OVSG
in samenwerking met
CODIBEL, directies en leerkrachten
deeltijds kunstonderwijs

april 2018

leerplannummer: DKO/2018/017
bestemd voor alle opleidingen van het domein beeldende en audiovisuele kunsten van het deeltijds kunstonderwijs

 

Eigenheid

Het deeltijds kunstonderwijs in het domein beeldende en audiovisuele kunsten onderscheidt zich door de
gelijktijdige aanwezigheid van drie kenmerken:

 

Inhoudstabel

  1. Dankwoord
  2. Leeswijzer
  3. Doelgroep
  4. Transparant en consistent
  5. Leerplandoelen
  6. Realisatievoorwaarden

- Concordantielijst [bijlage 01]
- Infotheek (bronnen) [bijlage 02] [berichten lerarenplatform]
- Wegwijzer [bijlage 03]
- Inhoud (leerplandoelen omzetten naar de lespraktijk) [bijlage 04] [berichten lerarenplatform]
- Evaluatie [bijlage 05] [berichten lerarenplatform]
- Praktijk (lesmethodieken) [bijlage 06] [berichten lerarenplatform]

1.
DANKWOORD

Dit leerplan werd opgesteld op basis van de visietekst van de werkgroep 'einddoelen' van Codibel en werd uitgewerkt in een cocreatie van:

Het leerplan werd ingediend door het OVSG namens alle partners.

De (oorspronkelijke) afbeeldingen in dit leerplan en in de bijlagen werden ter beschikking gesteld door: de academies dko voor beeldende en audiovisuele kunsten van Brugge, Leuven en Oudenaarde en het OVSG.

2
LEESWIJZER

De visie op het deeltijds kunstonderwijs in het domein beeldende en audiovisuele kunsten die aan de basis ligt voor dit leerplan is een weerspiegeling van de "Caucus race".

"... Eerst zette hij een parcours uit, in een soort van cirkel. 'Het hoeft niet precies rond te zijn', zei hij. Toen werden alle aanwezigen langs het parcours gezet, op willekeurige plekken. Er werd niet geteld van: 'Een, twee, drie, af'. Nee, ... [ze] begonnen gewoon te rennen wanneer ze wilden en stopten ook wanneer ze wilden. Het was dus niet zo duidelijk wanneer de race voorbij was. ..."
Uit: 'Alice in Wonderland', Lewis Carroll, vertaling Sofia Engelsman, 2014, Gottmer, Haarlem


Dit leerplan is een (samenhangend) geheel van leerdoelen gebaseerd op zes leervelden gesitueerd rond een kern van vier attitudes: motivatie, engagement, zelfstandigheid, gedrevenheid.
De zes leervelden zijn (steeds willekeurig naar volgorde en "accentuering"):

De attitudes en de leervelden beïnvloeden elkaar wederzijds en onderling.

uitdaging

Iedere academie (directie, leerkrachten, coördinatoren) dient vanuit het eigen artistiek pedagogisch project en haar eigen reële mogelijkheden en noden verdere concrete invulling te geven aan dit leerplan voor de specifieke graden, opties en vakken die ze aanbiedt.
[Zie de Wegwijzer, bijlage 03]

opzet

Dit leerplan focust op het zich ontwikkelen van iedere lerende. Het tempo, de leervraag en leermogelijkheden zijn leerlingspecifiek.
De leerling kan zich binnen en vanuit de zes leervelden ontwikkelen op een dynamische, onvoorspelbare, niet-lineaire wijze.
Zoals in een “caucus race” worden er ...

Het inschakelen en het mogelijk maken van zowel een voorspelbaar als niet voorspelbaar leertraject voedt het "bevrijdende" karakter van het artistiek onderwijs in de beeldende en audiovisuele kunsten
[Zie de Infotheek, bijlage 02]

ontwikkeling

(vrij naar Katrien Struyven, 2010)
Ontwikkelen is het veranderen van een aanwezige structuur, d.i. een persoon in zijn geheel: lichaam en geest.
De aanwezige structuur ont-wikkelt, ont-vouwt, ont-plooit zich levenslang.
Er treden gedurig gedragsveranderingen op.
Hierbij kan zowel sprake zijn van het verwerven van nieuwe mogelijkheden als het verliezen van een bepaalde functie of vaardigheid.
Winst en verlies gaan dan ook hand in hand in de ontwikkeling.
'Groot worden, De ontwikkeling van Baby tot adolescent', Katrien Struyven, Eliene Sierens, Filip Dochy en Steven Janssens, 2010, Uitgeverij Lannoo, pagina 17


De academie heeft de opdracht de verantwoordelijkheid op te nemen voor het slagen van de langlopende en de kortlopende leertrajecten van de leerlingen.
De academie maakt vanuit haar artistiek pedagogische visie keuzes naar pedagogisch-didactische aanpak en organisatie. De academie voedt, ondersteunt, stimuleert en bevordert de beeldende/artistieke ontwikkeling van iedere lerende vanuit haar artistiek pedagogische visie.
Aangezien deze ontwikkeling van de lerende op diverse manieren, snelheden, terreinen en finaliteiten gebeurt heeft de academie ook een verantwoordelijkheid om vanuit deze diversiteit oog te hebben voor elk zijn ontwikkeling.
Ontwikkeling of verandering (zie definitie naar Struyven) is afleesbaar aan:

 

3.
DOELGROEP

Dit leerplan is bestemd voor alle (lang- en kortlopende) opleidingen - overheen de graden, opties en vakken - van het domein beeldende en audiovisuele kunsten in het deeltijds kunstonderwijs.

 

4.
TRANSPARANT EN CONSISTENT

De in dit leerplan vermelde doelstellingen omvatten de einddoelen die werden bepaald door de Vlaamse Overheid - met name basiscompetenties, beroepskwalificaties en specifieke eindtermen - voor zover deze op dit ogenblik van indiening bekend zijn "Besluit betreffende de einddoelen in het deeltijds kunstonderwijs".
[Zie de concordantielijst, bijlage 01]

 

5.
LEERPLANDOELEN

Gericht zijn op artistiek1 -beeldend2 zit vervat in de context van elk van de onderstaande leerplandoelen

leerdoel  de leerling kan...

een idee(ën) concretiseren

  • ideeën zoeken en ontwikkelen4
  • voorstellen aanbrengen en uitvoeren5
    • beeldelementen3 gebruiken
    • media6 kiezen en hanteren
    • ervaringen7 gebruiken
    • capaciteiten8 gebruiken

proces en product verbinden

  • proces(sen) doorlopen9

een referentiekader opbouwen10

  • intuïtief en/of bewust ervaren7
  • inspirerende bronnen verzamelen11
  • beeldtaal ontdekken, herkennen en uitdiepen
    • uitdrukkingsvorm(en)12 ontdekken en uitdiepen
    • ervaringen7 uitdiepen
    • capaciteiten8 ontdekken en uitdiepen
 

artistieke/beeldende mogelijkheden zoeken

  • open staan voor het onbekende, het onverwachte, het onzekere, ... (serendipiteit)
  • experimenteren met beelden2 en beeldtaal2
  • experimenteren met media6
  • inzichten en werkwijzen onderzoeken (reflectie)13

in dialoog treden

  • een dialoog aangaan met het andere14
  • een dialoog aangaan met de ander/anderen15
  • een dialoog aangaan met zichzelf16

creatie(s) een plaats geven of ontsluiten

  • zich manifesteren17

 

1 artistiek
met gevoel voor kunst
2 beeldend
handelt over de beeldende en audiovisuele kunsten en kunstambachten, ook de woorden beeld, beeldelementen3, beeldtaal, creatie zijn betrokken op de beeldende en audiovisuele kunsten en kunstambachten
4 ideeën
met inbegrip van concepten, intenties
5 voorstellen
ontwikkelde ideeën kan je omzetten in voorstellen, de voorstellen worden aangebracht ter uitvoering - een voorstel/voorstellen kunnen ideeën uit een schetsboek zijn die je aan jezelf of begeleider voorlegt om uit te voeren
3 beeldelementen
zijn de (tastbare) onderdelen van een beeldend (kunst)werk, bijv. vorm, toon/kleur, compositie (in het vlak, in de ruimte, in de tijd, ...), ...
6 media
omvat materiaal (materie, ...), materieel, middelen - ook werkwijzen (technieken) zijn middelen om een beeld te creëren, evenals informatiedragers zoals boeken, kranten, televisie, radio, computer-tablet-smartphone-smartwatch (internet), ...
7 ervaringen
omvat waarnemingen (is ruimer dan louter visueel waarnemen)
8 capaciteiten
persoonsgebonden vermogen inzetten: intuïtie, herinnering, verbeeldingskracht, gedachten, ...,
emoties, (persoonlijke) waarden, normen, standpunten, kennis, gewoonten, ...
9 proces doorlopen
zich bewust zijn/worden van het proces, waardoor proces(sen) en product(en) in verbinding komen
10 referentiekader
(persoonlijk) uitgangspunt - kunstzinnig, maatschappelijk, wetenschappelijk, ... - voor het artistiek/beeldend zich ontwikkelen, denken, handelen, ...
11 inspirerende bronnen
(persoonlijk) archief: beeldenbank, literatuur, ...
12 uitdrukkingsvorm
manier waarop diverse culturen zich op basis van beelden uitdrukken en expressiemiddelen hanteren
13 inzicht
een situatie, gedachte, toestand, voorval, gebeuren, object, ... zien en begrijpen als beeld
14 dialoog met het andere
aandacht hebben voor het externe, in gesprek gaan met, vragen stellen aan de objecten- en ideeënwereld
15 dialoog met anderen
communicatie, dialoog tussen personen
16 dialoog met zichzelf
zelf bewustzijn, zelfreflectie, zelfonderzoek, ... wat wil ik (zijn)
17 zich manifesteren
zichzelf een plaats geven, extravert of introvert, ... zich zichtbaar of onzichtbaar maken

 

6.
REALISATIEVOORWAARDEN

Belangrijke realisatievoorwaarden voor artistieke/beeldende ontwikkeling zijn:

  • een inspirerende (artistieke) sfeer
  • een veilige, krachtige leeromgeving
  • atelier-, optie- en vakeigen uitrusting.

“Blijvend streven naar de ideale leeromgeving”

> voldoende aangepaste ruimte en inrichting voor alle noodzakelijke werkvormen, specifieke opties, vakken:

  • artistiekesfeerenaankleding.
    • atelier-/academie-infotheek
    • inspirerend beeldmateriaal
    • stimulerende klasinrichting
  • passende akoestiek
  • internettoegang
  • het nodige geschikt atelier-specifiek meubilair:
    • stoelen,
    • tafels,
    • atelier-specifiek meubilair (bijv. schildersezel, keramiekoven, drukpers, ... voorzien van de nodige instructiekaarten- en veiligheidsfiches)
    • kasten,
    • geschikt instrumentarium (materieel),
    • gepast en voldoende (veilig) materiaal (gebruiksgoederen, materieel, technisch, technologisch, ...)
    • opbergkasten/-lades
  • voldoende uitgietbakken en lavabo’s;
  • voorzieningen (wandpanelen en/of dragers) om de werken van de leerlingen te presenteren/tentoon te stellen of een plaats te geven.

Er is geen specifieke onderwijsregelgeving met betrekking tot de vereisten voor lokalen beeldende kunst.
In verband met bewoonbaarheid, veiligheid, hygiëne en welzijn vind je op de website van de inspectie de nodige informatie met betrekking tot de erkenningsvoorwaarden:
http://www.onderwijsinspectie.be/doorlichten/wat-onderzoeken-we/toelichting-processen-bvh
en
http://www.onderwijsinspectie.be/