Codibel - OVSG Leerplan

EVALUEREN

Bijlage 05 bij het leerplan
opgemaakt door OVSG

in samenwerking met
CODIBEL, directies en leerkrachten
deeltijds kunstonderwijs

april 2018
laatste aanpassing: 26-04-2019

leerplannummer: DKO/2018/017
bestemd voor alle opleidingen van het domein beeldende en audiovisuele kunsten van het deeltijds kunstonderwijs

Leeswijzer bij het evalueren

1
Uitgangspunt-visie

De visie van het leerplan op evalueren wordt geïllustreerd door de caucusrace, zie onderstaande vetgedrukte paragraaf in de “caucusrace” (Caroll, 1865):

Wat is een cirkelrace?”, vroeg Alice. Niet dat ze dat zo graag wilde weten, maar het leek alsof de Dodo wachtte tot iemand het zou vragen, en de anderen hadden kennelijk geen zin om erop in te gaan. 
“Eigenlijk kan ik het niet uitleggen. Je moet het gewoon doen.” En omdat je het zelf misschien een keer wilt proberen op een saaie winterdag, zal ik je vertellen wat de Dodo deed. 
Eerst zette hij een parcours uit, in een soort van cirkel (“Het hoeft niet precies rond te zijn,” zei hij.) Toen werden alle aanwezigen op het parcours gezet, op willekeurige plekken. Er werd niet geteld van: ‘Eén, twee, drie, af.’ Nee, de dieren begonnen gewoon te rennen wanneer ze wilden en stopten ook wanneer ze wilden. Het was dus niet zo duidelijk wanneer de race voorbij was. Maar toen ze zeker een half uur hadden gerend en al weer aardig droog waren, riep de Dodo plotseling: “De race is afgelopen.” Hijgend verdrongen de dieren zich om de Dodo en vroegen hem: “Maar wie heeft er nou gewonnen?”
Over deze vraag moest de Dodo eerst heel diep nadenken. Lange tijd stond hij met een vinger tegen zijn voorhoofd gedrukt (zoals beroemde schrijvers vaak worden afgebeeld), terwijl de rest in stilte afwachtte. Ten slotte zei de Dodo: “We hebben allemaal gewonnen en we krijgen dus allemaal een prijs.” (Engelsman, 2014, p. 41-42)

 

2
Beginsituatie en Leervraag

De beginsituatie - wat de leerling al kan, wat zijn kenmerken zijn, zijn eigenheid, ... - is bepalend voor het leertraject. Bij het nastreven van de leerplandoelen wordt rekening gehouden met deze beginsituatie. Niet alle leervelden en leerplandoelen worden verondersteld in gelijke mate bereikt te worden.
De leervraag is de vraag naar het verwerven van bepaalde inzichten, kennis, vaardigheden, houdingen of competenties.
Vanuit de leervraag zoekt de leerling een passend leeraanbod.
Het kennen van de leervraag en de beginsituatie leidt tot (her)oriëntatie. Dit gebeurt in dialoog met de betrokkenen.

 

3
Leerproces en leerresultaat

Beginsituatie, leervraag en leeraanbod geven richting aan het leerproces. Een leerproces is een ontwikkelingsproces dat plaatsvindt gedurende een leertraject.
In een ontwikkelingsproces vergaart de lerende voortdurend kennis en vaardigheden. Aansluitend worden kennis, ervaringen en verwachtingen verruimd.
In een leertraject treden veranderingen op in handelen en denken en deze beïnvloeden elkaar onderling. (Kelchtermans, 2004)
Leerresultaten vloeien voort uit leerprocessen.

 

4
Evalueren

Leerprocessen en leerresultaten worden geëvalueerd in samenhang met beginsituatie, leervraag en leeraanbod.

4.1
Visie op evalueren

Het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs (2018) stelt in artikel 60:

“De academie heeft een gedragen artistiek-pedagogische visie op het transparant, valide en betrouwbaar evalueren van leerlingen. De visie expliciteert op welke wijze de evaluatie het leerproces van de leerlingen ondersteunt.
De academie operationaliseert en motiveert die visie in concrete acties ten opzichte van de leerlingen en personeelsleden (...)”.

Om tot een artistiek-pedagogische visie op evalueren te komen, kan je je eerst de vraag stellen waarom je evalueert. Vanuit deze visie - in samenhang met je artistiek pedagogisch project/artistiek pedagogische visie - creëer je een transparante, betrouwbare en valide evaluatie.

Naast de waarom-vraag kan je om het evalueren te operationaliseren en te concretiseren nog een antwoord zoeken op de volgende aansluitende vragen:

  • wat evalueren?
  • hoe evalueren?
  • wie evalueert?
  • wanneer evalueren?
  • waar evalueren?
  • ...?

De antwoorden op deze vragen, de concretisering van het evalueren laat je ook aansluiten bij de volgende opdracht vanuit het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs (2018), artikel 60: “(...) De academie bespreekt minstens twee keer per schooljaar met iedere leerling zijn leervorderingen aan de hand van een schriftelijke neerslag. (...)”.
Deze bepaling geeft de academie de mogelijkheid om in alle openheid en vrijheid zelf invulling te geven aan elementen als: minstens twee keer per schooljaar, schriftelijke neerslag, ...

4.2
Concrete mogelijkheden

Zie de mogelijkheden op het open lerarenplatform.

4.3
Leerlingvolgsysteem

Een leerlingvolgsysteem is een kans om info over/geschiedenis van een leerling bij te houden.
Leerkrachten - en de leerling zelf - kunnen het leerlingvolgsysteem indien nodig raadplegen of doelbewust niet inkijken in functie van het ontwikkelingsproces.

 

5
Bijkomende toelichting

Leerplan 

In aparte documenten wordt bijkomend info gegeven voor volgende onderwerpen:

- Concordantielijst [bijlage 01]
- Infotheek [bijlage 02] [berichten lerarenplatform]
- Wegwijzer [bijlage 03]
- Inhoud [bijlage 04] [berichten lerarenplatform]
- Praktijk [bijlage 06] [berichten lerarenplatform]

 

6
Geraadpleegde literatuur

Engelsman, S. (2014); De avonturen van Alice in Wonderland (pp. 41-42). Gottmer (Haarlem).
Kelchtermans, G. (2004), CPD for professional renewal: moving beyond knowledge for practice. In C. Day & J. Sachs (Eds.), International Handbook on the Continuing Professional Development of Teachers (pp. 217-237). Maidenhead (Berkshire): Open University Press.